OLD 97’S - AMERICAN PRIMITIVE

Artiest info
Website - bandcamp
facebook
label: ATO Records / PIAS

"American Primitive" is het 13e album van altcountrypioniers The Old 97s, een band die, bijna uniek, dezelfde line-up heeft sinds hun debuut in 1994. Als bandleider Rhett Miller, Murray Hammond (bas), Ken Bethea (gitaar) en Philip Peoples (drums) zou je je kunnen verontschuldigen voor het feit dat ze niet meer doen dan fonkelen, maar "American Primitive", vernoemd naar een obscure Steven King referentie, is een waar genot als de band en een aantal gasten, waaronder Peter Buck van REM en Scott McCaughey van Young Fresh Fellows, een uitstekende set van solide jangelende nummers afleveren die, ondanks een aantal donkere gedachten, positief uit de luidsprekers schieten vol energie. De band bewandelt dezelfde alt-country, barroom rock en power-pop paden als op eerdere releases, en dat doen ze met strakke composities die in en uit elkaar gaan, nummers van minder dan drie minuten die kunnen buigen, blijven hangen of bloeien als ze dat willen. Het goede is dat ze nog steeds even geïnspireerd klinken: drie decennia na dato zijn ze nog steeds springlevend.

Ze beginnen met een trio uitzinnige rockers. "Falling Down" is een galopperend nummer waar de gitaar doorheen dendert terwijl Miller klinkt als een paranoïde Roger McGuinn, dan storten ze zich in "Somebody", nog zo'n energieke workout met een vernietigende gitaarsolo en dan doemt het titelnummer op met Miller die weer klinkt als een aan amfetamines lijdende McGuinn terwijl de band briljant doorgaat. In "Where The Road Goes", minder uitzinnig maar nog steeds met een randje, speelt Buck op 12-snarige gitaar terwijl Miller nadenkt over het leven en de kansen die het biedt. Dichter bij de country geïnspireerde charme komt "Honeypie", eerder een lief rootsy nummer dat de helderheid van de band laat horen. Met "By the End of the Night" voelen we ons dadelijk in een noir country duisternis. Dit nummer dat een gevoel van verwondering uitstraalt terwijl de dichte productie ruimte laat voor eenzaam gefluit is misschien wel het beste nummer van het album.

De muziek is, zoals altijd, consistent opwindend en onstuimig. Het is alt-country met een beetje garage-rock grunge, maar niet te veel. We zijn halfweg de plaat, maar ook halfweg de hoogtepunten, want "Masterpiece" en "Western Stars" stralen ook grote klasse uit. Wat we ook kunnen zeggen van "This World". Een geweldig nummer dat paniekerige dosis angst uitstraalt en waarbij de band alle kanten op zwaait terwijl de gitaren vonken en barsten boven een akoestisch gedreven razernij. Het album sluit af met een korte reprise van het openingsnummer, getiteld "Estuviera Cayendo" en gespeeld op flamencogitaar door gastmuzikant Jeff Trapp. Het is een vreemde manier om het album af te sluiten, maar het zorgt wel voor een paar momenten van bezinning na de achtbaanrit die eraan voorafging.

De Old 97's weten hoe ze moeten sudderen als dat nodig is en nog steeds kunnen doorsijpelen met charmante woorden en melodieën. Er is toon, smaak en klasse te over. De credits van "American Primitive" vertellen gewoon het verhaal van de unieke inhoud. De band documenteert zijn dankbaarheid voor de verschillende bijdragers aan het album en brengt tegelijkertijd hulde aan een groot aantal literaire invloeden die de grotere ideeën en lyrische wendingen van het album hebben beïnvloed: de levendige poëzie van Mary Oliver, de inzichtelijke filosofie van Simon Van Booy, de blijvende nalatenschap van romanschrijver Stephen King. Old 97's is al heel lang een band die verbijsterende teksten koppelt aan krachtige riffs, en "American Primitive" is een perfect bewijs van die verbintenis.